Column: Dudeljoo zei de babbelzieke eikelzoeker

Vorige week in een bos gelijkende een kathedraal, hier niet ver vandaan weerklonk plotseling het welbekende “Dudeljooo” vanuit een boom vlak boven mij. Ik hoor u al denken “maar meneer […]
Column: De Boerenzwaluw

Elke week keren er nu nieuwe vogelsoorten terug uit Afrika. Fitis, zwartkop, en deze week zijn ook alweer de eerste boerenzwaluwen gesignaleerd! Floris Moolenbeek zag er al 1 bij de […]
Column: Klein maar fijn: de Roodborsttapuit

Een vogel(tje) wat me elk jaar weer verrast is de roodborsttapuit. Alsof ik vergeet hoe leuk en mooi ze zijn. Roodborsttapuiten hebben een verrassend lange naam voor het formaat dat ze hebben, het […]
Column Folkert: De terugkeer van de Koning

Voor velen begint het voorjaar pas echt als de tjiftjaf gaat zingen. En deze week was het zover! Tekenend voor deze digitale tijd, zag ik op luistervink.nl dat de eerste […]
Column Folkert: Een Grote Vos in de tuin, het voorjaar komt eraan!

Nadenkend over een onderwerp voor de column van deze week, liep ik gisteren nietsvermoedend de tuin in. Altijd goed voor wat inspiratie, er gebeurt altijd, je hoeft het alleen maar […]
Column Folkert: Nogmaals de mol

Zoals de trouwe lezertjes (en dat zijn er best wat aan de berichtjes te merken, leuk!) weten, heb ik eind november ook al iets geschreven over de mol, maar afgelopen […]
Column: Luistervinken bij de buren

Sinds afgelopen week is het mogelijk om stiekem mee te luisteren met de vogels in mijn tuin, hier in Oosterwold! Ongeveer een jaar geleden ben ik, samen met onder anderen […]
De eend die volwassen mannen aan het huilen krijgt

Mijn column van vorige week over twitchers en zeldzame vogels kon geen mooier staartje krijgen. Want op Texel werd namelijk afgelopen maandag door Oosterwolders Elian Hijne en Maurice Prins een wel […]
Column Folkert: Rare vogels

Ik ga het jaar aftrappen met een column over een wel heel vreemde soort. Een soort waarmee het eigenlijk steeds beter gaat en waarvan de aantallen zelfs toenemen. Een soort […]
Column: Kan een mol achteruit kruipen?

Een paar weken terug had ik opeens opvallend veel molshopen in de tuin. Een mooie aanleiding om eens wat dieper de molshoop in te duiken. Mollen zijn fascinerende beestjes, juist omdat je ze bijna niet bovengronds ziet.
Onder de grond leven mollen een eenzaam bestaan. Alleen in de paartijd zoeken ze elkaar op om een paartje te vormen.
Mollen zijn niet blind, maar zien zeer slecht. De ogen zijn zo klein als speldenknopjes en de vachtharen voor de ogen belemmeren bovendien een goed zicht. Zijn oren zijn wel uitstekend ontwikkeld en zitten verstopt in dezelfde vacht . De mol vindt zijn weg door zijn gangenstelsel vooral door zijn gevoelige snorharen en door zijn tastzenuwen op zijn neus en staart.
Mollen communiceren dan ook met elkaar door middel van geuren en geluiden.
Met zijn kokervormige ronde lichaam, korte achterpoten en grote klauwen is de mol “gemaakt” voor het graven van gangen. Met zijn brede handen graaft hij en met zijn voeten werkt hij de grond dan naar achteren en naar boven, waardoor aan de oppervlakte de molshopen ontstaan. De uitgegraven grond wordt gedeeltelijk ook gebruikt om de wanden van de gangen en ruimtes mee te verstevigen. De gangen zijn precies groot genoeg om in te passen, zo’n 5 centimeter breed. Er worden zowel gangen aan de oppervlakte gegraven, de zogenoemde jaag-gangen of mollenritten, als dieper gelegen gangen tot ruim 1.20m diep. Als je alle gangen van 1 mol achter elkaar zou leggen, zijn ze meer dan een kilometer lang.
Als het grondwater hoog staat, maken ze ook hoge molshopen om in te schuilen. Dat is dus ook meteen de reden waarom je in de late herfst en lente meer molshopen ziet.