In oktober worden veel vogelaars een beetje onrustig. Het is namelijk de tijd van de najaarstrek voor veel vogels, en daarmee is er ook een kans op zogeheten “dwaalgasten”, vogels die tijdens de trek soms wel duizenden kilometers afwijken van normale vogeltrekroutes. Een van deze vogels is de bladkoning.
Dit kleine mosgroene vogeltje van slechts zo’n 10 cm lang is een echte lange-afstandstrekker.
Ze broeden namelijk in de Siberische taiga van het Oeralgebied in het westen tot aan het Tsjoektsjenschiereiland en de Zee van Ochotsk in het oosten van Rusland. Exotisch klinkende streken waar ik tot voor kort zelfs nog nooit van gehoord had, dus dat moet wel serieus ver weg zijn. De overwinteringsgebieden liggen nog verder weg, in de tropische en subtropische gebieden in het zuiden van Azië.
Nederland ligt dus absoluut niet op de route van deze kleine koninkjes van het blad, maar toch duiken ze ook hier elk jaar op in deze tijd van het jaar. Deze vogeltjes zijn dus duizenden kilometers de verkeerde kant op gevlogen, een behoorlijke afstand voor een vogel met het gewicht van nog geen 2 suikerklontjes!
Hier in Nederland sluiten de bladkoninkjes vaak aan bij een groepje mezen, (vuur)goudhaantjes en/of andere kleine vogeltjes die met elkaar door de struiken trekken op zoek naar voedsel. Een bladkoning herken je vaak als eerste aan zijn roep, waarmee hij contact probeert te leggen met andere vogels. Deze roep is een hoog, doordringend en relatief luid “TSJIE-oeWIET!”
Luister bijgevoegde opname voor dit kenmerkende roepje. Dit fragment is vorig jaar oktober opgenomen toen er een bladkoning onze tuin met een bezoekje vereerde!
Over dwaalgasten in het algemeen valt nog veel meer te vertellen, maar dat bewaar ik tot een volgende keer. Voor nu, goed opletten of er niet ergens een bladkoninkje rondvliegt en bedenk: vogels kijken doe je met je oren!
Ik hoor het graag als je er 1 in de buurt hoort.